door Nathan Lockley » wo 07 maart 2018, 16:02
ANTWERPEN - Tussen 1992 en 2015 was Paul Bistiaux voor ‘zijn’ Royal Antwerp Football Club de volle 23 jaar lang de bekendste en kleurrijkste clubsecretaris van het land. En als rechterhand van Eddy Wauters maakte hij onder meer de – later afgeschoten – plannen voor een Eurostadion op de plek van de Bosuil vanop de eerste rij mee. Ondertussen nam hij afscheid van Antwerp FC, maar over een ‘nieuw stadion in Antwerpen’, daar heeft hij nog steeds een uitgesproken mening over….
OPINIE. Nieuw stadion in Antwerpen: het monster van Loch Ness
Foto: WAS
Vraag 1: De lente staat voor de deur én het is een verkiezingsjaar, welk terugkerend fenomeen komt er door de samenloop van deze factoren boven water ? Het monster van Loch Ness, juist.
Vraag 2: Welke vorm neemt dit monster in Antwerpen aan ? Het nieuw te bouwen grote én groot-Antwerpse voetbalstadion, inderdaad.
In de jaren zestig van vorige eeuw, toen Borgerhout nog Borgerhout was (en daar bedoel ik niks mis mee, enkel dat het voor de fusie van de randgemeenten met de kernstad was), waren niet voetbalstadions maar zwembaden de hype. Zo had ook Borgerhout plannen voor een zwembad, er was zelfs een prachtige maquette van gemaakt. Elke zes jaar werd deze afgestoft en in de grote inkomhal van het gemeentehuis coram populo tentoongesteld. Na de verkiezingen werd het stuk opnieuw ingepakt en op zolder gezet.
Dat gevoel krijg ik ook nu weer een beetje nu onze burgemeester het nieuwe stadion aan de Schelde opnieuw op de politieke agenda heeft geplaatst. Het zou echter al te gemakkelijk zijn om op cynische wijze al de voorgaande afleveringen van de stadion-saga (met al hun acteurs, burgemeesters, clubleiders, zelfs een Nederlandse trainer) op te rakelen.
Want: iedereen die de evolutie van de sport in het algemeen en van het voetbal in het bijzonder gevolgd heeft, kan niet voorbijgaan aan de dynamiek die gecreëerd wordt door moderne stadions.
De bouw van zoveel prachtige stadions in Engeland heeft rechtstreeks geleid tot de wedergeboorte van de Premier League en haar uitgroeien tot de machtigste competitie van de wereld. In de ons omringende landen, zeker ook in Nederland, beschikken de meeste clubs, ook de kleintjes, over comfortabele, aan de tijdsgeest aangepaste arena’s. Die nieuwe state of the art sporttheaters geven een meerwaarde aan de gemeenschap. Zij roepen positieve gevoelens op en dragen aldus bij tot de collectieve feestbeleving.
OPINIE. Nieuw stadion in Antwerpen: het monster van Loch Ness
Foto: Jan Van der Perre
Niet zo in België. Het is zeer vreemd dat België enerzijds de voetbalvelden van de grote Europese competities bevolkt met supersterren, maar dat ons land anderzijds niet beschikt over een modern voetbalstadion die naam waardig, het stadion van AA Gent uiteraard uitgezonderd. De nieuwe tribune 1 op Antwerp is natuurlijk een fantastische stap, in meer dan één opzicht, maar het project daar is nog niet af.
De Rode Duivels horen bij de beste landenteams ter wereld, maar zij hebben geen thuishaven die hun sportieve status weerspiegelt. Het Koning Boudewijnstadion doet vandaag denken aan een sportarena in het oude Oostblok.
Dat is ooit anders geweest en zeker in Antwerpen : onze voorvaderen waren ondernemende kerels, met visie, ook in de sport. Honderd jaar geleden organiseerde onze stad de Olympische Spelen, een moment van glorie dat men zich vandaag niet meer kan voorstellen. Er werd een prachtig stadion voor opgericht. Ook op de Bosuil werd in diezelfde periode een stadion gebouwd, het modernste van Europa op dat ogenblik. En dan was er – ook in diezelfde vooroorlogse periode – in Antwerpen nog het Sportpaleis, vele jaren de grootste en mooiste hal voor indoorsport aan deze kant van de oceaan.
Daarom is het goed dat een nieuw stadion opnieuw aan de orde komt en ben ik blij dat de burgemeester de bouw ervan in het vooruitzicht stelt. Echte grote steden worden precies gekenmerkt door landmarks, en niet enkel historische maar ook moderne. Zij drukken de durf en de visie van hun bestuurders uit. Onze stad heeft er al een paar, zoals het MAS en het Havenhuis. Het zou toch schitterend zijn indien onze stad ook inzake sportinfrastructuur opnieuw toonaangevend zou worden.
Natuurlijk zal het debat opnieuw oplaaien : wie gaat het betalen, wie gaat het gebruiken, wat met de amateursporten, wat met de impact op mobiliteit, op het milieu, enz.
Dit debat moet uiteraard gevoerd worden, maar hopelijk zal het er deze keer niet toe leiden dat het project verdrinkt in een moeras van dorpspolitiek en stammentwisten. Alle deelnemers aan dat debat dienen de gewaden van de vorige eeuw af te leggen en het uiteindelijke doel voor ogen te houden. Dit doel mag niets minder zijn dan het opstoten van onze stad in de sportvaart der volkeren, in de maatschappelijke context van de eenentwintigste eeuw.
En laat het project vooral niet besmetten door het woord ‘fusie’. Onze stad staat in de lange lijst van Europese steden die meer dan één traditieclub binnen hun muren huisvesten. Er is geen enkele reden, laat staan draagvlak, om daar aan te tornen.
Ik ben er zeker van dat mijn goede vriend Walter Damen hier ook zo over denkt, maar ik laat het graag aan hem over om daar zijn mening over te ventileren.