Vandaag in Gazet van Antwerpen:
https://www.gva.be/cnt/dmf20220915_9700 ... WiSQ%3D%3DOF:
Antwerp kreunt onder zijn stadioncapaciteit: hoe zit het met tribune 2, die al twee jaar gesloten blijft?De Bosuil loopt vanavond – niet voor het eerst dit seizoen – helemaal vol. Al is ‘vol’ een groot woord. Net op het moment dat de ploeg met een wervelende 24 op 24 aan het seizoen begon, kunnen er momenteel ‘amper’ 12.000 fans die historische start live meemaken. De reden is simpel: er is te weinig plek. De vraag is véél groter dan het aanbod. De aanblik van de lege want gesloten tribune 2 doet dan ook pijn aan de ogen. Wanneer gaat de oudste club van het land die oude tribune afbreken en een nieuwe bouwen, zodat Antwerp ook écht zijn groeipotentieel kan verzilveren? Met de toeschouwersaantallen op de Bosuil gaat het dit seizoen crescendo: 11.174 tegen Zulte Waregem, 11.750 tegen OH Leuven, 12.000 tegen Union en 12.372 tegen Westerlo. Ook vanavond is het stadion, zelfs voor een kleinere match tegen Seraing, tot de nok gevuld. Gemiddeld dagen er momenteel 11.824 fans per wedstrijd op. En dat is bijzonder weinig, in vergelijking met andere topclubs (zie tabel) en zeker voor een fiere leider die foutloos aan de competitie begon.
Het doet ook extra pijn als je kijkt naar de Gentse Ghelamco Arena, die andere voetbaltempel van voorzitter Paul Gheysens. Daar zitten dit seizoen gemiddeld 10.921 toeschouwers. Nog minder dan bij Antwerp, maar met het belangrijke verschil dat de Buffalo’s wél 20.000 toeschouwers kunnen huisvesten. Een capaciteit die de oudste club van het land vandaag eenvoudig gevuld zou kunnen krijgen. Het aantal Antwerpsupporters dat tweewekelijks wil komen kijken, wordt in een goed jaar op ‘zeker 20.000’ geraamd.
Maar al die Antwerpfans die vandaag geen abonnement hebben of niet aan een ticket geraken, moeten knarsetandend in de zetel blijven zitten. Of knokken voor een plek. Wie vorig jaar geen abonnement had, kon er voor dit seizoen geen aanschaffen. De Great Old klokte in een mum van tijd af op 9.000 verkochte abonnementen (exclusief de business). De overige fans moeten elke keer weer strijden om de overgebleven tickets – een kleine tweeduizend – die voor iedere thuiswedstrijd in losse verkoop gaan. Opnieuw: véél minder dan er zouden kunnen verkocht worden.
Familie Mintjens versus familie GheysensEr is nochtans plek. Theoretisch toch. Antwerp gebruikt momenteel enkel de hoofdtribune en de twee tribunes achter de doelen. De oude sfeertribune 2, populair bij de fans, sloot in mei 2020 definitief de deuren. En staat daar sindsdien al meer dan twee jaar mistroostig leeg. De banken kregen een frisse laag verf, het dak werd opgeknapt. Maar het blijft een even droevig zicht, voor de fans in het stadion, voor de spelers op het veld én voor de kijkers op televisie.
‘Waarom breekt de club die tribune niet gewoon af en zet het er geen nieuwe?’, lijkt dan een even simpele als logische vraag. Het antwoord is iets minder eenvoudig. Het oorspronkelijke ambitieuze plan om eind 2019 met een volledig nieuw Bosuilstadion van minstens 23.000 plaatsen uit te pakken, het plan dat voorzitter Paul Gheysens en Antwerps burgemeester Bart De Wever ooit samen lanceerden, was duidelijk iets té ambitieus. De hoofdtribune was weliswaar eind augustus 2017 al klaar, op de bouw en officiële opening van de nieuwe tribune 4 was het wachten tot (eind) 2021. Maar verder?
‘Het probleem? Mintjens!’, klinkt het al even in de wandelgangen. Net als de gronden waarop de nieuwe tribunes 1 en 4 staan, inclusief het hypermoderne jeugdcomplex en de parkings vooraan het stadion, behoort ook de grond onder tribune 2 (grotendeels) toe aan de familiale vennootschap van onderneemster Tania Mintjens. Die wil de gronden gewoon behouden én verder weinig in de weg lijkt te leggen van welke bouwplannen dan ook. Als naakte eigenaar en supporter wil ze er enkel voor zorgen dat ‘Antwerp FC voor eens en altijd op de Bosuilsite kan blijven spelen’. Ze ziet de gronden als de beste verzekering op die lokale verankering van de club.
Antwerp van zijn kant beschikt sedert de eeuwwisseling over een opstalrecht waarvoor het een jaarlijkse cijns, een soort van huur, van enkele tientallen duizenden euro’s betaalt. In ruil daarvoor mag het stamnummer 1 – binnen de wettelijke bepalingen – met de gronden doen wat het wil, in de wetenschap dat, wanneer het opstalrecht in 2052 afloopt, de gebouwen grotendeels wel eigendom worden van de eigenaar van de grond. Juist, de familie Mintjens. Vanuit die optiek valt het te begrijpen dat Gheysens niet langer wil bouwen op gronden die niet van hem zijn en hij een andere oplossing genegen is.
Het voorbije jaar kwam de stad Antwerpen met een mogelijke oplossing op de proppen. Het stadbestuur stelde voor om te bemiddelen tussen club en Mintjens, om uit de jarenlange patstelling te geraken. Het voorstel: niet Gheysens maar de stad stelde voor om alle grond onder tribune 2 te kopen van Mintjens, onder de dwingende voorwaarde dat die voor eeuwig aan Antwerp zou toebehoren. Naar analogie met de oefenvelden achter het Bosuilstadion die vandaag al in handen zijn van de stad en onbeperkt door de club kunnen gebruikt worden.
De denkpiste waarbij de stad de gronden zou kopen, is (voorlopig) verlaten. Mevrouw Mintjens zou naar verluidt niet staan te springen voor zo’n tussenoplossing. Opnieuw om dezelfde reden: Antwerp moet in haar ogen altijd een ‘plein’ hebben in Deurne-Noord, op de Bosuil. En volgens haar is zij daar de beste garantie voor. In een gesprek dat begin deze zomer plaatsvond tussen de stad Antwerpen en de partij Mintjens werden de modaliteiten van het opstalrecht nog eens opgefrist. Met een eenvoudige opzet: Mintjens wil de gronden wel houden, maar de (opmars van de) club ook niet in de weg leggen.
Nog geen vergunningsaanvraagDe bal ligt dus in het kamp van de Antwerpvoorzitter. Wil men de bestaande contractuele afspraken wijzigen, dan zijn verdere toenaderingspogingen met mevrouw Mintjens noodzakelijk. Wanneer finaal een vergunningsaanvraag wordt ingediend, wat tot op heden niet is gebeurd, volgt een procedure die nog heel wat voeten in de aarde kan hebben. Een uitbreiding van de Bosuil-site impliceert dat er meer parkeergelegenheid, extra toegangswegen, veiligheidszones, enzovoort moeten komen. Geen evidente puzzel om te leggen, met de aangrenzende groene zone, beter bekend als de Bremweide, die onaangeroerd moet en zal blijven.
Maar dat Gheysens snel kan schakelen, bewees hij in het recente verleden. Zijn bouwfirma Ghelamco zette in een recordtempo van nauwelijks twintig weken de nieuwe hoofdtribune neer, die in grote mate een illustratie is van hoe tribune 2 er zal moeten uitzien. De bouw ervan zal dus weinig tijd in beslag nemen, maar dan moet er eerst eensgezindheid komen.
Het resultaat is pijnlijk duidelijk. Ook al gaat het Antwerp dit seizoen voor de wind, de kans dat de Great Old dit seizoen nog met een nieuwe én volle tribune 2 zal kunnen spelen wordt kleiner naarmate deze impasse langer duurt. Meer zelfs. Ook al liet Toby Alderweireld verstaan dat hij de Champions League naar de Sinjorenstad wil halen: mocht dat kampioenenbal volgend seizoen al in Deurne-Noord neerstrijken, dan lijkt het twijfelachtig of dat tegen begin volgend seizoen al in een volledig afgewerkte Bosuil zal kunnen.
Ondanks herhaaldelijk aandringen wenste de club, vanwege de gevoeligheden in het dossier, niet te reageren of verdere informatie te geven over de vertragingen bij de uitbouw van de Bosuil.
Twee nieuwe jeugdterreinenNog geen doorbraak in het stadiondossier, maar wel in de komst van twee nieuwe terreinen voor de jeugdwerking. Die zal de stad Antwerpen aanleggen aan Sportoase Groot Schijn, op een paar kilometer van de Bosuil, ook bekend als de voormalige Stabelino. Het gaat om twee natuurgrasvelden die idealiter vanaf volgende zomer, bij de start van het nieuwe voetbalseizoen, in gebruik gaan en de club vier jaar in concessie krijgt. Het is een voorzet om nog meer terreinen in de nabijheid van de Bosuil te creëren. Antwerp wil zijn jeugdwerking meer centraliseren rond zijn nieuwe jeugdcomplex. Naast de velden aan het stadion maakt de club momenteel gebruik van de sites van Nijlen en Wijnegem waarmee een samenwerkingsverband loopt.